Paises Bajos: Zorgen over oogst laatste zetmeelaardappelen voor Avebe

De tarrapercentages lopen als gevolg van de natte omstandigheden op naar ongekende hoogtes. „Hoe de percelen er dit najaar bij liggen, is een groot drama”, zegt bestuursvoorzitter David Fousert.

De regionale verschillen zijn groot. Met name in Zuid-Drenthe en de kop van Overijssel zitten nog relatief veel zetmeelaardappelen in de grond, in de provincie Groningen is het meeste gerooid. Er zijn al enkele percelen of delen daarvan opgegeven. Ook in het Duitse teeltgebied van Avebe zijn (delen van) percelen verloren gegaan door de vele regen. Om hoeveel hectare het gaat, kan bestuursvoorzitter David Fousert niet aangeven. „Hoe de percelen er dit najaar bij liggen, is een groot drama”, zegt bestuursvoorzitter David Fousert.

De oogst van de laatste hectares zijn juist extra spannend voor akkerbouwers, weet Fousert. „Deze hectares maken of breken het jaar voor de teler; of er aan het eind van het seizoen onderaan de streep iets overblijft of niet.”

Zetmeelgehalte lager

Het zetmeelgehalte ligt een procentpunt lager dan vorig jaar. „En dat is best fors.” Ook de opbrengsten per hectare vallen zeker lager uit dan vorig jaar. Hoeveel lager kan Fousert nog niet aangeven.

De zorgen over de kwaliteit van deze laatste percelen leiden er toe dat de campagneplanning moet worden aangepast. De fabrieken draaien op meer dan volle toeren, om de extra aardappelen tijdig weg te werken. Als gevolg hiervan is de campagne waarschijnlijk iets eerder afgerond dan aanvankelijk gepland. Een exacte datum hier aan koppelen is volgens Fousert lastig.

Bewaarbaarheid uitdaging

Een bijkomende uitdaging dit jaar is de bewaarbaarheid van de aardappelen. Er waren veel problemen met phytophthora en ook de vele regen heeft zijn impact gehad op de kwaliteit. „De eerste partijen zijn vervroegd de schuur uitgegaan. Deze hebben wij opgehaald en eerder verwerkt omdat de kwaliteit onder druk stond.”

Lees ook: Prestatieprijs Avebe naar record: €133,34

In oogstjaar 2023 zijn alle weersinvloeden aan bod geweest: kou, droogte, warm, extreme natheid. Met name door dat laatste element zijn de tarrapercentages sterk opgelopen. Tarra is dit jaar misschien wel de grootste uitdaging, aldus Fousert. Waar vorig jaar het percentage tarra bleef steken op 4,6 procent, gaat het volgens de bestuursvoorzitter nu om „astronomische percentages van 8, 9 of zelfs 10 procent”. In Duitsland zijn de tarrapercentages lokaal opgelopen naar 17 tot 18 procent. „Dit jaar is het echt een groot drama.”