Holanda: Niemand kan er straks meer omheen, dé Zeeuws-Vlaamse friet

Dat was wat, afgelopen voorjaar. Akkerbouwer Denis Steijaert en zijn zonen Joep (25), Toon (24) en Dirk (22) die ook in het bedrijf werken, keken tegen een enorme berg aardappelen aan. Een mooie oogst van duizend ton, oftewel één miljoen kilo. De coronacrisis sloeg toe. De horeca ging op slot. Frietfabrieken draaiden hun productie terug, met als gevolg: weinig tot geen afname meer van aardappelen.

,,We waren er langer over aan het nadenken, hoe wijzelf meer met onze aardappelen kunnen doen”, kijkt Joep terug, ,,en toen gebeurde dit. Het leek ons doodzonde dat onze hele aardappeloogst voor veevoer zou verdwijnen of naar vergisters zou gaan.” De broers Steijaert staken de handen uit de mouwen. Ze gingen aan de slag om friet te maken van de eigen aardappelen en te verkopen. Dirk: ,,We hadden eerst alleen een kleine schiller, maar het ging zo hard, dat we al snel een frietsnijder en sorteerbandje hebben gekocht.”

Succes gaf een boost

ZVL Friet was geboren. Met bezorging bij particulieren aan huis. Supermarkten kregen er lucht van en plaatsten de verse Zeeuws-Vlaamse friet ook in de schappen, gevolgd door de horeca die later in 2020 weer enkele maanden open mocht. Niet alle duizend ton aardappelen vonden zo hun weg naar de frietpan, zeker niet, maar het succes gaf wel een boost.

De Steijaerts willen daar nu op voortbouwen, als ondernemers met een ideaal. Boeren produceren voor de wereldmarkt en zijn daaraan overgeleverd, heeft de coronacrisis maar weer eens uitgewezen. Het is veel beter de eigen producten in de regio te houden, daar te verwerken en aan de man/vrouw te brengen. Het levert akkerbouwers meer op, omdat onderweg minder aan de strijkstok blijft hangen. Consumenten profiteren er ook van, omdat de producten zo goed als direct van het land komen.

We willen gezamen­lijk op zoek naar de smaakvol­ste Zeeuws-Vlaam­se friet om Zeeuws-Vlaanderen als dé frietregio op de kaart te zetten.

Toon Steijaert,, akkerbouwer Nieuw Namen.

De focus ligt daarbij voor de Steijaerts op friet. Ze hebben een uitgebreid bedrijfsplan voor ZVL Friet geschreven en daarvoor subsidie aangevraagd in het kader van het Europees programma voor plattelandsontwikkeling LEADER. De provincie en de gemeente Hulst, Terneuzen en Sluis zijn bereid bij te dragen. De Steijaerts investeren ook flink, in elk geval 75.000 euro.

Testlokaal

Het doel is om van Zeeuws-Vlaanderen dé frietregio te maken. Niet alleen door de aardappelen zelf te verwerken, maar ook door de kwaliteit verder te verbeteren. Om dat te bereiken wordt een testlokaal ingericht, waar akkerbouwers uit de streek proeven op aardappelen kunnen doen en de bodem. Kennis- en onderwijsinstellingen als het Delta Agrifood Business (DAB), Curio in Bergen op Zoom en de HAS in ‘s-Hertogenbosch worden er ook bij betrokken. Toon: ,,We willen gezamenlijk op zoek naar de smaakvolste Zeeuws-Vlaamse friet.”

Veel meer staat nog op de rol, zoals excursies in het kader van het Grenspark Groot Saeftinghe, het realiseren van een proeflokaal, een Zeeuws-Vlaams frietfestival en een ZVL Friet-bier in samenwerking met een lokale brouwerij. Een idee is verder recyclebare verpakkingen te gaan maken van aardappelschillen.

LEADER en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) moeten voor de subsidie nog officieel de seinen op groen zetten. De Steijaerts zijn vol vertrouwen. En wanneer is het project geslaagd? Joep: ,,Als we zoveel mogelijk mensen kunnen laten genieten van Zeeuws-Vlaamse frieten, dat we een meerwaarde hebben geschapen voor de streek én dat toeristen de friet zelfs mee naar huis nemen, als mooie herinnering aan Zeeuws-Vlaanderen.”