Holanda: Illegale inzet van koperoxichloride in biologische aardappelteelt vanwege Phytophthora

De certificeringsorganisatie Skal zegt van de praktijk op de hoogte te zijn, maar stelt dat het lastig is om het aan te tonen. Binnen de meststoffenwet hoeven doseringen van sporenelementen als borium, zwavel en koper niet te worden geregistreerd. Biologische telers kunnen daarop dus niet worden gesanctioneerd. Dit maakt het lastig voor toezichthouders om te handhaven.

Koperoxichloride heeft sinds 2000 geen toelating meer als bestrijdingsmiddel tegen Phytophthora, maar biologische telers mogen koperoxichloride in een lage dosering wel als een bladmeststof gebruiken om kopergebrek tegen te gaan. Dat speelt eigenlijk alleen in tarwe. Bij kopergebrek kan 0,25 liter tot 0,5 liter bladmeststof met 43,5% koperoxichloride worden toegediend. Bij deze dosering in aardappelen is er nog geen werking tegen Phytophthora. Toen het middel daar nog wel voor was toegelaten werd per spuitbeurt 4 tot 5 kilo per hectare in een concentratie van 50% koperoxichloride gebruikt.

Omdat in Nederland geen natuurlijke gewasbeschermingsmiddelen tegen Phytophthora zijn toegelaten en koperoxichloride als bladmeststof nog steeds voorhanden is, passen sommige biologische telers deze bestrijdingsmethode toe. Zij dienen daarbij tot 3 liter per hectare koperoxichloride per spuitbeurt toe. Dat zijn veel hogere doseringen dan er geadviseerd wordt voor een bladbemesting. Koperoxichloride kan de schimmelaantasting in aardappelen enigszins vertragen. Onderzoek van Wageningen UR in 2010 toonde dat aan. Het loofbranden kon 6 dagen worden uitgesteld, waardoor de oogst 4,8 ton per hectare hoger uitviel dan onbehandeld. Hoeveel biologische bedrijven zich aan deze praktijken schuldig maken is niet bekend.