Europa: Areaal aardappelen in Duitsland opnieuw omlaag

Een moderne, duurzame landbouwsector garandeert de stabiele verzorging van een groeiende bevolking met gezonde levensmiddelen", aldus Thomas Herkenrath, voorzitter van het ’Deutsche Kartoffelhandelsverband’, bij de opening van de vijfenzestigste internationale aardappelherfstbeurs op 21 september 2016.

Zo’n 150 deelnemers en 18 exposanten, waaronder voor het eerst de Agrarmarkt Informations Gesellschaft, informeerden zich over noviteiten in de branche maar vooral ook over de oogstvooruitzichten voor 2016. Men discussieerde eveneens druk over de bijdrage ’The Future of agriculture – a highly connected system’, die Sebastian Raßmann van de Trendone uit Hamburg presenteerde. Hij liet op zeer onderhoudende wijze de technische vooruitgang door digitalisering en communicatie in de komende tien jaar zien, maar trok ook veel bedenkelijke gezichten. Bijvoorbeeld toen het om de mogelijkheden en het gebruik van gezichtsherkenningsmethodes en het gebruik van verzamelde gegevens ging. Marketingstrategieën die ook bij levensmiddelen inzetten op virtuele aankopen of een volautomatische landbouwproductie zouden in de toekomst realistisch kunnen zijn. Een conclusie uit de voordracht: de landbouwsector en alle daarmee verbonden branches zullen nieuwe uitdagingen aan moeten gaan als het gaat om een volledig transparante productie en traceerbaarheid van grondstoffen.

Thomas Herkenrath maakte oogstramingen bekend. In Duitsland zouden dit jaar van een oppervlakte van 235.500 hectare zo’n 10,2 miljoen ton aardappelen geoogst kunnen worden. Daarbij zijn er vanwege weersomstandigheden lokaal aanzienlijke verschillen te zien. Gemiddeld wordt er op een oogst van circa 43.200 kg per hectare gerekend, maar in Niedersachsen ligt deze raming nog een stuk hoger met circa 47.200 kg per hectare. In z’n geheel genomen is de aardappelteelt in Duitsland opnieuw afgenomen. Ondanks een stijgende vraag naar verwerkt product nam het totale aardappelareaal opnieuw met 0,5% ten opzichte van vorig jaar af en lag daarmee 4,3% onder het meerjarig gemiddelde over de jaren 2010-2015. Bij al deze cijfers gaat het echter nog wel om voorlopige cijfers.