Holanda: Hybride-aardappel geeft solaronderzoek impuls

Aardappelen helpen het solaronderzoek een stap verder. De door Solynta ontwikkelde hybride-aardappelen uit zaad zijn daar zeer geschikt voor. Onderzoeksconsortium BioSolar Cells meent daarmee sneller te achterhalen in hoeverre de verschillende genen betrokken zijn bij fotosyntese.

BioSolar Cells doet met financiële steun van TKI BBE al langer onderzoek naar de omzetting van zonne-energie in biobrandstoffen, chemicaliën en voedingsmiddelen. Planten zetten gemiddeld slechts 0,5 procent van de ontvangen zonne‐energie om, terwijl het theoretisch maximum rond de 5 procent ligt. Er is dus grote vraag naar gewassen die efficiënter zonlicht kunnen omzetten en dus meer stoffen produceren voor biomaterialen, biobrandstoffen en voedsel. Dit is volgens directeur René Klein Lankhorst een moeizaam proces, omdat duizenden genen betrokken zijn bij het fotosyntheseproces. ‘Om te kunnen achterhalen hoe fotosynthese precies werkt, moeten we planten gebruiken die genetisch heel erg op elkaar lijken. We kunnen dan in proeven achterhalen welke genen de verschillen in prestatie veroorzaken.’ Zo hoopt Lankhorst een efficiëntieslag te kunnen maken.

De nieuwe methode voor het kweken van  aardappelrassen uit zaad gaat daar nu bij helpen.Solynta-directeur R&D Pim Lindhout: ‘We maken nu rassen waarbinnen de genetische variatie nihil is en waarbij we relatief eenvoudig eigenschappen uit andere aardappelrassen kunnen inkruisen. We kunnen dus prachtig onderzoeksmateriaal leveren aan BioSolar Cells. Daarnaast ontdekken we met dit onderzoek interessante genetische eigenschappen die we kunnen gebruiken bij de ontwikkeling van nieuwe rassen.’

BioSolar Cells en Solynta gaan ook kijken naar het effect van stress op fotosynthese. Klein Lankhorst: ‘We kijken wat gebrek aan water, zilte omstandigheden en hogere temperaturen doen met de efficiëntie van de plant. Omdat we nu met de aardappelen van Solynta kunnen werken, verwacht ik dat we veel sneller aanwijzingen vinden om planten te ontwikkelen die goed met deze stressfactoren kunnen omgaan.’