China: Chinese overheid wil aardappelteelt, nu de consument nog

Zo wordt de film ’The Martian’ steeds meer waarheid. Staatssecretaris Martijn van Dam was in Kenia en Tanzania om de ’slimme’ Nederlandse aardappel verder onder de aandacht te brengen. En de jaarlijkse AD Friettest trekt altijd veel belangstelling. Jan de Ruyter, manager Plantaardige Sectoren van ABN Amro, geeft zijn visie op de laatste ontwikkelingen en deelt  aanbevelingen voor ondernemers in deze sector.

Peter Scholliers, hoogleraar Social & Cultural Food Studies aan de Vrije

Universiteit Brussel, maakt de aardappel nog belangrijker: "Zonder de aardappel

hadden wij hier nu niet gezeten. We mogen Columbus dankbaar zijn dat hij

besloot om dat plantje in Europa te introduceren. De aardappel heeft de hele

arbeidersklasse gevoed voor een lage prijs. Daarnaast heeft de aardappel het klassieke eetpatroon in de lage landen, gebaseerd op rogge en tarwe, doorbroken.

De goedkope calorieën uit aardappels kostten veel minderarbeidskracht."

Ook de Chinese overheid heeft ingezien dat de voedingswaarde van aardappelen

hoger is dan van rijst en mais en dat de milieubelasting lager is. De aardappel

verlangd minder water en is ook te telen op licht brakke gronden. Er moet nog wel

een campagne komen die de consumptie moet stimuleren, want er ligt nog wel

een uitdaging om de eetgewoonten van het Chinese volk te veranderen. De veelzijdigheid van de aardappel zorgt ervoor dat steeds meer ondernemers,

bedrijven en overheden in de ban van de aardappel raken. De ijzersterke positie

van de Nederlandse aardappelsector kent naast vele successen ook uitdagingen

op het gebied van milieu en kwaliteit.

De sector heeft de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in verduurzaming van

de productie en verbetering van de kwaliteit. Hiermee loopt de Nederlandse

teelt voorop in de wereld. De sector ligt in Nederland onder een vergrootglas en wordt vaak geassocieerd met vervuiling en verspilling. In Europa is er geen level playing field op het gebied van wet- en regelgeving. Als het de Nederlandse aardappelteler niet lukt om een fatsoenlijke boterham te verdienen en hiermee te innoveren en verduurzamen, verdwijnt de sector op den duur uit ons land. Nederland zal dan producten moeten importeren met een hogere milieubelasting. Tevens zullen de kosten om het landschap te onderhouden stijgen en de kennis zal verdwijnen.

De teelt kan ook een rol vervullen bij het oplossen van de mestproblematiek vanuit de intensieve veehouderij. Hiermee kunnen zij de bodemgesteldheid verbeteren en de waardering van dierlijke mest opwaarderen van afvalstof tot gewaardeerde grondstof. De sector heeft een sterke positie in Noordwest-Europa met goede ondernemers en een sterke keten. Helaas staat het rendement van telers regelmatig onder druk. Er zijn voldoende kansen om het rendement te verbeteren en hierdoor te blijven investeren in verduurzaming en innovatie.

Deze kansen liggen vooral op het gebied van:

De gezondheidsaspecten verder benadrukken bij consument, overheid en medici;

Verder verduurzamen en hierover communiceren;

kennis delen in ecosystemen als basis voor verduurzaming en innovaties;

keten- en marktinformatie delen als basis voor strategische keuzes;

de keten verkorten om dichterbij de consument te komen.